Dankzij computers en satellietbeelden is een nieuwe stap gezet in de visualisering van de wereld om ons heen. Tom Tom en Google Earth zijn daar voorbeelden van. Het gebruik van satellietfoto’s en digitale kaartbeelden is in korte tijd heel gewoon geworden. Deze ontwikkeling is voor het aardrijkskundeonderwijs van grote betekenis. Toch is de vraag wat de leerlingen zien op al die moderne visualiseringen van de wereld. Zien ze door de bomen het bos nog? Om leerlingen vaardigheden te leren om met die moderne leermiddelen om te gaan is het nodig ze eerst te leren werken met gewone kaarten. Kaarten zijn immers bij uitstek het hulpmiddel van de geograaf. Kan een aardrijkskundeles zonder kaarten, kun je je afvragen. En hoe kun je leerlingen helpen aan de hand van kaarten zich een beeld te vormen van de wereld waarin zij leven? Geografisch vakmanschap omvat naast vakinhoudelijke kennis ook kennis over hoe kaarten gemaakt en gebruikt kunnen worden.
Dit hoofdstuk gaat over de vraag: hoe leer je leerlingen omgaan met gewone en digitale kaarten?